Skip to main content

Veelgestelde vragen

Voor wie nog met onduidelijkheden zit of gewoon meer wil weten over ons onderzoek, hebben we meest voorkomende vragen op een rijtje gezet. Deze vragen, inclusief bijbehorende antwoorden, zijn hieronder terug te vinden.


Waarom duurt het onderzoek 8 jaar?

Dat heeft een aantal redenen. De eerste, en voornaamste, reden is dat co-creatie tussen wetenschappers en maatschappelijke partners de basis is van ons onderzoeksprogramma. Dit betekent dat maatschappelijke partners en wetenschappers samen de onderzoeksagenda, onderzoeksvragen, onderzoeksmethodiek en studies bepalen. Vanwege het complexe vraagstuk en het grote en diverse consortium nemen we hiervoor de gehele eerste twee jaar van het project.

Vervolgens komt er een periode van vier jaar waarin we de studies gaan uitvoeren in twee living labs, gericht op het begrijpen en sturen van mens-dier interacties. Tot slot komt er een periode van twee jaar waarin we de uitkomsten van deze studies bij elkaar brengen en gaan opschalen buiten de living labs.

Welke organisaties nemen deel aan WildlifeNL?

ARK Rewilding, BIJ12, Crossbill Guides Foundation, GAMR Holding, Fontys, KNJV, RLKM, LTO, LLTB, MinLNV, Natuurmonumenten, PWN, Radboud Universiteit, SLU (Swedish University of Agricultural Sciences), Smart Parks, Staatsbosbeheer, Universiteit Utrecht, Dierenbescherming, Stichting Wildaanrijdingen Nederland, Wageningen University and Research. (Zie ook: ‘consortium’)

Waarom nemen er zoveel organisaties deel aan het programma?

Zowel op lokaal als nationaal niveau zijn er zijn veel verschillende partijen betrokken bij het beheren van grote zoogdieren in Nederland. Dit varieert van de natuurbescherming, gebiedsbeheerders en dierenbescherming tot organisaties die belangen vertegenwoordigen waarmee wilde dieren mogelijk mee in conflict komen en van overheidsorganisaties tot stichtingen en verenigingen. Ook nemen verschillende organisaties deel die zich gaan bezighouden met het ontwikkelen van nieuwe technologieën voor gebruik in het wildbeheer. 

Tot slot bestaat het programma uit vele verschillende wetenschappelijke disciplines, zoals filosofie, sociale wetenschappen, communicatiekunde, bestuurskunde, rechten, ecologie, computerwetenschappen en informatietechnologie.

Hoe kijken jullie aan tegen de huidige aanpak omtrent grote zoogdieren? Wat is daar mis mee?

Verschillende partijen gaven aan dat ze tegen allerlei problemen aanlopen nu de populaties van grote zoogdieren in natuurgebieden toenemen. Ze zijn benieuwd naar mogelijkheden om het beheer van grote zoogdieren anders in te richten. De vraag om de huidige aanpak in ons onderzoek te bevragen en alternatieve benaderingen te onderzoeken komt dus vanuit de praktijk.

Vandaar dat we in de eerste fase van het project vooral breed en systemisch naar het huidige beheer kijken en vervolgens met een breed consortium, bestaande uit partners die centraal zijn in het Nederlandse faunabeheer, zullen onderzoeken wat momenteel goed gaat en minder goed gaat. Op basis van die analyse gaan we knelpunten en mogelijkheden tot verbetering in kaart brengen.

Op welke dieren richt WildlifeNL zich en waarom zijn deze gekozen?

In het programma als geheel richten we ons in principe op alle grote zoogdieren die in aanmerking komen voor het actief managen van gedrag bij ontmoetingen met mensen. De situatie in de gebieden die deelnemen aan ons onderzoek dient echter als uitgangspunt, waardoor we met name kijken naar de dieren die hier voorkomen. In de twee living labs gaan we bijvoorbeeld concreet aan de slag met de interacties tussen grote grazers (vrij levende koeien en paarden, wisenten) en recreanten en met de interacties tussen wilde hoefdieren (wilde zwijnen, edelhert, damhert) en landgebruikers (boeren, natuurbeheerders).

Daarnaast is ervoor gekozen om ons bijvoorbeeld niet te richten op vogels omdat deze zich, gemiddeld genomen, heel anders gedragen dan zoogdieren en vaak op veel grotere schaal bewegen. De interacties tussen grote zoogdieren en mensen zijn, ons inziens, heel anders dan die tussen vogels en mensen.

Waarom is de terugkeer van de wolf geen thema in jullie onderzoek?

De afgelopen jaren is de terugkeer van de wolf een veelbesproken onderwerp, niet alleen in de media en onder de mensen, maar intussen ook in de politiek. Waarom een dier waar zoveel om te doen is geweest geen focuspunt is in ons onderzoek, is dan ook een begrijpelijke vraag.

WildlifeNL richt zich niet op de wolf, omdat deze momenteel niet voorkomt in de gebieden waar ons onderzoek uitgevoerd gaat worden. Daarbij komt dat de wolf zich anders gedraagt dan het gros van de grote zoogdieren die hier wel rondlopen. Wanneer de wolf toch in een van onze onderzoeksgebieden  verschijnt en daar een rol gaat spelen, of wanneer interacties met de wolf relevant zullen zijn voor specifieke onderzoeksvragen, dan zal WildlifeNL het dier uiteraard alsnog mee nemen in het onderzoek.

Waarom is onderzoek naar het samenleven met terugkerende grote zoogdieren nodig?

We leven in een tijd dat de aantallen en de verspreiding van bepaalde grote zoogdieren in delen van het land sterk toenemen. Hierdoor nemen ook het aantal ontmoetingen tussen mensen en deze dieren toe, wat zowel tot prettige ervaringen als spanningen kan leiden, en zijn er meer discussies en debatten rond het samenleven met wilde dieren. Zie onze “Project” pagina voor een uitgebreidere uitleg.

Wat is de meerwaarde van de terugkerende grote zoogdieren?

De meerwaarde van de terugkerende grote zoogdieren is zeer divers. Denk bijvoorbeeld aan de positieve bijdrage van dieren aan de natuurbeleving van mensen, de positieve bijdrage van deze natuurbeleving aan het welzijn en de gezondheid van mensen en de verschillende rollen die wilde dieren spelen in het functioneren van ecosystemen en het in stand houden of bevorderen van biodiversiteit. Voor dit laatste punt zijn de grote zoogdieren zelf bovendien ook een belangrijk onderdeel.

Waarom wordt ervoor gekozen om gevaarlijke situaties tussen grote zoogdieren en mensen te onderzoeken?

Bij een brede groep mensen leeft tegenwoordig de wens om wilde dieren in onze maatschappij meer ruimte te geven. Tegelijkertijd kan het samenleven met groeiende populaties grote zoogdieren in een dichtbevolkt land als Nederland ook tot spanningen en zorgen leiden. In dit project zoeken we daarom naar manieren om mogelijke conflicten tussen mensen en grote zoogdieren te voorkomen en positieve interacties te stimuleren, zodat deze dieren de gewenste ruimte kunnen krijgen in ons landschap zonder dat dit tot problemen leidt of conflicten veroorzaakt binnen onze samenleving.

Onderzoeken jullie ook hoe materiële schade en natuurschade voorkomen kan worden? Of gaat het alleen om het voorkomen van gevaarlijke situaties tussen mens en dier?

Het voorkomen van schade is zeker onderdeel van ons onderzoek. Hier gaan we in beide living labs specifiek naar kijken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de effecten van wilde zwijnen op landbouwgronden in het Unesco Mens & Biosfeergebied Grenspark KempenBroek en aan de effecten van damherten op rode lijst in Nationaal Park Zuid-Kennemerland.

Waarom hebben jullie Unesco Mens & Biosfeergebied KempenBroek en Nationaal Park Zuid-Kennemerland gekozen als living labs?

Er is gekozen voor het KempenBroek en Nationaal Park Zuid-Kennemerland omdat deze gebieden allebei een ander, belangrijk, deel van het Nederlandse landschap en de Nederlandse samenleving vertegenwoordigen. Het KempenBroek bestaat uit een mengeling van boerenland en natuurgebieden, en vertegenwoordigt daarmee het platteland, met vele verschillende landgebruikers en een gemiddelde recreatiedruk. De Kennemerduinen daarentegen bestaan uit een drukbezocht natuurgebied in de buurt van verschillende grote steden, en staan daarmee model voor gebieden in de hoog-stedelijke randstad regio met extreem hoge recreatiedruk.

Wat wordt er in de living labs onderzocht en getest?

Er zullen veel verschillende dingen onderzocht worden in de living labs omtrent de aanwezigheid van de grote zoogdieren. Wat dit precies inhoudt gaat het consortium in de eerste twee jaar van het project samen bepalen. 

Het is wel al duidelijk dat we in beide living labs de interacties tussen grote grazers (vrij levende koeien en paarden, wisenten) en recreanten gaan onderzoeken. Tevens gaan we testen hoe recreanten reageren op deze dieren en hoe ze deze interacties ervaren. Daarnaast gaan we onderzoeken waarom bepaalde interacties en gedragingen van recreanten leiden tot conflicten met de grote grazers en andere niet, en onder welke omstandigheden vooral positieve interacties plaatsvinden. We gaan vergelijkbare zaken onderzoeken voor de interacties tussen wilde hoefdieren (wilde zwijnen, edelhert, damhert) en landgebruikers (boeren, natuurbeheerders).

Ook gaan we in detail kijken naar hoe het huidige beheer van grote zoogdieren in de living labs is ingericht, wat de uitdagingen zijn, en waar de mogelijkheden liggen tot verbetering. Hierbij zullen we ook specifiek aandacht verlenen aan bestuurskundige en communicatieve aspecten, en de rol die deze spelen.

Is het niet erg stressvol voor de dieren om een zender te krijgen? Hebben ze daar last van?

Dit is een belangrijke vraag waar gelukkig al veelvuldig onderzoek naar gedaan is. Uit deze onderzoeken is gebleken dat het zenderen zelf een korte stressreactie veroorzaakt, die vergelijkbaar is met de reactie op andere kortdurende en 'natuurlijke' zaken. Het dragen van de zender levert naderhand geen stress op en er zijn geen aanwijzingen dat dit het welzijn of gedrag van de dieren beïnvloedt. De dieren met een zender zullen daarbij continu gemonitord worden. 

Het zenderen van de dieren is echter niet iets waar we lichtzinnig mee omgaan. De insteek is dat we zo weinig mogelijk dieren een zender geven, niet meer dan nodig is voor goede onderzoeksresultaten. Het uitgangspunt is immers om inzicht en informatie te verkrijgen ten behoeve van het toekomstige welzijn van deze dieren en hun soortgenoten.

Wat zullen bezoekers van de living labs merken van de tests en onderzoeken?

Bezoekers van de living labs kunnen mogelijk een aantal dingen merken van ons onderzoek, bijvoorbeeld dat bepaalde dieren een zender dragen. Daarnaast willen we actief in contact komen met bezoekers en bewoners en ze informeren over ons onderzoek. Hiervoor zullen we verschillende communicatie-activiteiten ontwikkelen; van informatieborden tot bijeenkomsten waar we met elkaar in gesprek kunnen gaan. Daarnaast worden er ook telefoonapplicaties ontwikkelt waarmee bezoekers en bewoners deel kunnen nemen aan bepaalde onderzoeksactiviteiten en meer kunnen leren over interacties tussen mensen en wilde dieren.

Wat kost het onderzoek en wie betaalt dit?

Het totale budget van het onderzoek is rond de 5 miljoen Euro en dit wordt grotendeels gefinancierd vanuit de Nationale Wetenschapsagenda, een programma van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, NWO. Tien procent van het budget wordt gefinancierd door de maatschappelijke partners in het consortium.


Wil je meer weten over de personen en organisaties die betrokken zijn bij het WildlifeNL project? Lees dan verder op de “Over Ons” pagina.


Foto header: Rob Brinkhof